Brabantse veehouders hebben tot 1-1-2024 de tijd om hun stallen aan te passen zodat die voldoen aan de stikstofregels van de provinciale omgevingsverordening. Eric Zegers benoemd de aandachtspunten.
Datum indienen aanvraag:
Indien vóór 1 januari 2023 een aanvraag wordt ingediend, geldt de ammoniaknorm ten tijde van indienen van de aanvraag. Indien na 1 januari 2023 een aanvraag wordt ingediend, geldt de ammoniaknorm ten tijde van het nemen van het besluit door het bevoegd gezag. Omdat voor bijvoorbeeld melkvee de normen strenger worden per 1-1-2024 kan dit er toe leiden dat je bij melkkoeien met permanent opstallen moet voldoen aan de ammoniaknorm van 5,0 kg. Hieraan voldoet op dit moment slechts 1 systeem. Tijdig indienen van een aanvraag kan dit risico uitsluiten. Tevens is er de verwachting dat er na 1 januari 2023, leges geheven gaan worden op aanvragen omgevingsvergunningen die betrekking hebben op milieuaspecten. De invoering van de omgevingswet per 1 januari 2023 biedt gemeentes namelijk de mogelijkheid tot legesheffing.
Beweiden of permanent opstallen:
Bij beweiden wordt de norm per 1 januari 2024 verlaagd naar 6,0 kg NH3. Een viertal systemen voldoen hieraan. Wordt er echter gekozen voor permanent opstallen, dan wordt de norm per 1 januari 2024 verlaagd naar 5,0 kg NH3. De keuze is dan beperkt tot slechts 1 systeem. Vooral bij permanent opstallen is tijdig aanvragen van een vergunning een vereiste.
Natuurinclusieve bedrijfsvoering:
Indien een bedrijf voldoet aan de eisen gesteld in de handreiking natuurinclusieve veehouderij, behoeven er geen stalaanpassingen doorgevoerd te worden. Belangrijkste eis is dat het bedrijf moet voldoen aan een veebezetting lager dan 2 GVE per hectare. Daarnaast is er een scorelijst waarbij er voldoende punten behaald dienen te worden.
Stoppersregeling (in voorbereiding):
Voor bedrijven die overwegen om uiterlijk 1 januari 2028 te stoppen met het houden van vee, bestaat de mogelijkheid om zonder stalaanpassingen te voldoen aan het Brabantse beleid. Dit kan door in de periode tussen 2024 en 2028 minder vee te gaan houden. De verwachting is dat indien een veehouder op enig moment besluit om toch door te gaan met het bedrijf, dit mogelijk is indien dan per direct aan de staleisen wordt voldaan. Let op: deze mogelijkheid van toch doorgaan geldt niet voor bedrijven gelegen in het werkingsgebied Beperkingen veehouderij. Deze bedrijven moeten namelijk actief meewerken aan herbestemming van de locatie.
