Ben je bezig met de vraag of je jouw veehouderijbedrijf moet voortzetten of beëindigen? En wat wil je in de toekomst doen met jouw locatie?
Op dit moment staan veel ondernemers voor deze belangrijke keuze. Overweeg je om je bedrijf voort te zetten, mogelijk met de gedachte dat het in de toekomst kan worden overgenomen door bijvoorbeeld een van je kinderen? Of overweeg je juist de grootste verandering door te stoppen, gebruikmakend van de LBV-regeling?
Als bedrijfsadviseur hebben we door de jaren heen veel veehouders zien worstelen met deze beslissing. De vraagstukken waar veel bedrijven nu mee te maken hebben, zijn heel anders dan enkele jaren geleden.
Indien je deelneemt aan de LBV-regeling, is het belangrijk om goed te overdenken wat je in de toekomst met je locatie wilt doen. Deze regeling heeft verschillende voorwaarden waar je aan moet voldoen. Twee van deze voorwaarden willen we hier benadrukken:
Toekomstig gebruik van de locatie
Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden gesteld in de LBV-regeling, dient er een ruimtelijk traject te worden opgestart. Allereerst dient er een principeverzoek ingediend te worden bij de gemeente. In dit formele verzoek wordt de gewenste ontwikkeling voorgelegd aan de gemeente. Deze gemeente beoordeelt of het plan past binnen het geldende beleid en de heersende wet- en regelgeving. Indien er een principeakkoord wordt afgegeven door de gemeente, dient er tijdig een aanvraag voor de wijziging van het omgevingsplan te worden ingediend. In deze onderbouwing wordt het complete plan uitgewerkt en getoetst aan de milieukundige aspecten. Alleen de indiening van een principeverzoek is dus niet voldoende. Bij eventuele sloop van stallen dient een sloopmelding en -vergunning aangevraagd te worden.
Voor de ruimtelijke onderbouwing moeten specifieke onderzoeken worden uitgevoerd. Denk hierbij aan asbestinventarisatieonderzoek, een flora- en faunaonderzoek en een bodemonderzoek.
Het is dus belangrijk om tijdig te bedenken hoe je je locatie in de toekomst wilt gaan gebruiken.
De vergunning Wet Natuurbescherming
De vergunning Wet Natuurbescherming biedt de mogelijkheid om een klein deel van de stikstof voor toekomstige activiteiten op de locatie te behouden. Dit geldt ook voor vervoersbewegingen. Het is belangrijk te weten dat deze mogelijkheid eenmalig is. Als je ervoor kiest om nu alle stikstof in te leveren, kun je deze in de toekomst niet meer terugkrijgen. Overweeg daarom goed of je een deel van de stikstofemissie wilt behouden voor toekomstig gebruik.
Voor meer informatie of vragen, neem contact op met Len Joris (06-26058409 / ljoris@arvalis.nl) of Herman Cruijsen (06-29520267 / herman.cruijsen@arvalis.nl).