De aangepaste beleidsregels voor intern en extern salderen zijn vandaag gepubliceerd door alle provincies, met uitzondering van Friesland.
Laatstgenoemde heeft als enige provincie de beleidsregels onder voorbehoud vastgesteld.
Limburg
Na een eerste lezing van de nieuwe beleidsregels vallen ons voor wat betreft de provincie Limburg onder meer de navolgende verschillen op ten opzichte van de voorgaande beleidsregels:
- In voorgaande beleidsregel stond al dat Gedeputeerde Staten bij de beoordeling van een aanvraag om intern en/of extern te salderen als uitgangspunt hanteren dat alleen gebruik wordt gemaakt van de in de toestemming opgenomen N-emissie en de referentiesituatie, voor zover de capaciteit aantoonbaar feitelijk is gerealiseerd.In de huidige beleidsregels is nader uiteengezet wanneer hiervan sprake is. Bij de beoordeling van de feitelijk gerealiseerde capaciteit gaan Gedeputeerde Staten uit van de op het moment van het indienen van de aanvraag op grond van een toestemming volledig opgerichte installaties en gebouwen, of van de gerealiseerde infrastructuur en overige voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de activiteit.
- Eerder zijn reeds vier mogelijkheden opgenomen in de beleidsregels. Daaruit volgde dat in afwijking van het voorgaande de referentiesituatie als uitgangssituatie mocht dienen ingeval van intern salderen. Hieraan is in de nieuwe beleidsregels een mogelijkheid toegevoegd.Dit is het geval indien de aanvraag ziet op het toepassen van een alternatieve verdergaande N-emissie reducerende techniek ter vervanging van de eerder verleende emissie reducerende techniek, die leidt tot een vermindering van de N-emissie, zonder uitbreiding van de capaciteit zoals opgenomen in de laatst verleende toestemming.
- Ten aanzien van extern salderen is in de nieuwe beleidsregels opgenomen dat Gedeputeerde Staten pas een natuurvergunning verlenen nadat de niet-gerealiseerde capaciteit van de saldogever op diens verzoek is ingetrokken.
Brabant
- De voorgaande punten komen eveneens aan de orde in de nieuwe beleidsregels voor Brabant. Hierbij is een duidelijk verschil dat in Brabant bij het beoordelen van een aanvraag voor een natuurvergunning door Gedeputeerde Staten eerder als uitgangspunt werd gehanteerd dat er alleen gebruik gemaakt werd van de N-emissie van de saldogevende activiteit voor zover deze aantoonbaar is benut op 8 oktober 2019 binnen de verleende toestemming. Hierbij werd het deel van de toestemming van de saldogevende activiteit dat niet werd benut, ingetrokken. Nu wordt hier dus ook de aantoonbaar feitelijk gerealiseerde capaciteit als uitgangspunt genomen.
- Zowel in Brabant als in Limburg gaan de Gedeputeerde Staten ingevolge de nieuwe beleidsregels bij de berekening van de N-emissie van een bedrijf in de referentiesituatie uit van ten hoogste de emissie die is toegestaan op grond van het Besluit emissiearme Huisvesting. Na 1 oktober 2022 geldt in Brabant voor huisvestingssystemen die op grond van artikel 2.66 IOV moeten worden aangepast ten hoogste de emissie die is toegestaan op grond van Bijlage 2 bij de IOV.
- Eerder stond in de Brabantse beleidsregels al dat Gedeputeerde Staten geen vergunning verlenen op basis van extern salderen met een bedrijf dat op 4 oktober 2019 beschikte over varkensrechten, pluimveerechten of fosfaatrechten. Hierbij werd de inwerkingtreding van een mogelijke wijziging van de Meststoffenwet afgewacht. In de nieuwe beleidsregels van Brabant staat dat Gedeputeerde Staten “tot vaststelling van de landelijke wetgeving betreffende het extern salderen met dier- en fosfaatrechten geen definitieve natuurvergunning op basis van extern salderen met een bedrijf dat op 4 oktober 2019 beschikte over dier- of fosfaatrechten” verlenen. Deze bepaling is niet opgenomen in de beleidsregels van Limburg.
Kamerbrief minister Schouten 4 december
Minister Schouten heeft vorige week in een kamerbrief vooruitlopend op de vandaag gepubliceerde beleidsregels inzicht gegeven in de nadere afspraken die zij in dit verband heeft gemaakt met de provincies.
Hieruit blijkt onder meer dat in de nieuwe provinciale beleidsregels de koppeling met dier- en/of fosfaatrechten is losgelaten, daar dit een verantwoordelijkheid van het Rijk zou betreffen. Schouten geeft aan dat het Kabinet binnenkort besluit over het innemen van dier en/of fosfaatrechten in relatie tot extern salderen en streeft ernaar dit op 1 februari afgerond te hebben. Tot die tijd is extern salderen met veehouderijen ingevolge de kamerbrief niet mogelijk. Of de datum van 1 februari gehaald gaat worden en wat er dan besloten gaat worden, is tot op heden nog niet bekend.
De beleidsregels van alle provincies, behalve Friesland, treden morgen, 13 december in werking. Heeft u vragen over dit onderwerp, neemt u dan contact op met uw adviseur of jurist van Arvalis.