Ze is weer terug van zwangerschapsverlof, onze juriste en fosfaatrechtenspecialiste Jacqueline de Wit. Hoog tijd dus dat ze ons bijpraat over de laatste actualiteiten op dit gebied.
Het jaar 2018 nadert zijn einde. Een veelbewogen jaar op het gebied van – onder meer – de fosfaatrechten. Hoogste tijd dus om nog wat actualiteiten in dit kader met u te delen.
Update Minister
Op 7 december jongstleden heeft Minister Schouten haar brief naar de Tweede Kamer gezonden in het kader van het stelsel van fosfaatrechten. Naar aanleiding van deze kamerbrief merk ik het volgende op: De Minister geeft aan dat ongeveer de helft van de bezwaarprocedures is afgerond. De tussenbalans leert dat circa de helft van de afgeronde bezwaartrajecten betrekking had op de onderbouwing van de melkproductie (t.o.v. geleverde kilo’s melk) en de fosfaattoestand (grondmonsters). Hierdoor zijn meer rechten toegekend dan waar aanvankelijk door RVO vanuit is gegaan. Indien deze categorie ondernemers eerder zou hebben gereageerd op de servicemelding fosfaatrechten in 2016/2017, hadden deze bezwaarprocedures mogelijk voorkomen kunnen worden. Volgens de Minister blijkt op basis van de huidige cijfers dat het sectorplafond voor de melkveehouderij (84,9 miljoen kg) wordt overschreden.
Volgens de Minister is het aantal fosfaatrechten die volgens haar onterecht zouden zijn toegekend aan de vleesveehouders hierin nog niet eens meegenomen. Ze hoopt onder het plafond te komen door de afromingen en de vrijstellingsregeling zoogkoeienhouderij. Dit maakt dat Schouten de fosfaatbank niet openstelt voor komend jaar.
Individuele disproportionele last
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft zich meerdere malen bij voorlopige voorziening uitgesproken over de wijze waarop RVO in haar beslissingen op bezwaar is omgegaan met bedrijven die een beroep hebben gedaan op de individuele disproportionele last. Het CBB stelt zich op het standpunt dat RVO alle individuele omstandigheden van het geval mee moet nemen in haar beslissingen. RVO kan dus niet volstaan met een algemene beantwoording. In de uitspraak van 22 november jongstleden krijgt RVO van het CBB 2 weken de tijd om alsnog te komen tot een weloverwogen beslissing. Het zal dus duidelijker gaan worden hoe RVO de individuele omstandigheden toetst. In de loop van 2019 zal het CBB zich hierover gaan uitspreken.
Handhaving fosfaatrechtenstelsel
Minister Schouten heeft de Tweede Kamer op 26 november jongstleden geïnformeerd over de wijze waarop omgegaan zal worden met overschrijdingen van de fosfaatproductie op bedrijfsniveau. In dat geval is volgens de Minister handhaving aan de orde, waarbij “mee gewogen kan worden – afhankelijk van concrete situaties – dat een deel van de beschikkingen wegens nog openstaand bezwaar of beroep nog niet onherroepelijk is”. Of en hoe dit daadwerkelijk meegewogen zal worden is naar mijn mening maar de vraag. RVO stelt zich op het standpunt dat bij een controle door de NVWA de laatst ontvangen beschikking fosfaatrechten leidend is, ondanks een lopende procedure.
De Minister geeft aan dat de NVWA in nauwe samenwerking met RVO vanaf medio maart 2019 analyses gaat uitvoeren om te controleren of de fosfaatproductie op bedrijfsniveau is overschreden in 2018. De analyse zal worden uitgevoerd aan de hand van gegevens uit I&R Rundvee, door zuivelondernemingen aangeleverde gegevens, het op het bedrijf rustende fosfaatrecht en andere bij RVO geregistreerde data ten behoeve van de mestwetgeving. Op basis van deze analyse en eventuele bevindingen uit andere inspecties gaat de NVWA bedrijven selecteren voor nader onderzoek, aldus de Minister. Indien een overtreding wordt geconstateerd door de NVWA, wordt een proces-verbaal opgemaakt dat aan het Openbaar Ministerie wordt gestuurd. Daar wordt beslist of wordt overgegaan tot vervolging en, indien dit het geval is, wat de hoogte van de strafeis zal zijn. Het is echter de strafrechter die uiteindelijk zal beslissen of sprake is van een overtreding en zo ja, welke straf daarbij hoort.
Het is dus van belang om voor het einde van het jaar in beeld te hebben of mogelijk sprake is van een overschrijding op bedrijfsniveau en zo nodig daarnaar te handelen.
Heeft u vragen naar aanleiding van het voorgaande, dan kunt u uiteraard contact opnemen met een adviseur van Arvalis. Indien u rechten wilt overdragen, kunt u contact opnemen met Nard Driessen, 06-48592874, NDriessen@arvalis.nl.