Om het (incidenteel) bemesten van maïsland vanaf 15 februari te voorkomen, zal het ministerie het besluit gebruik meststoffen per 1 januari 2021 aanpassen.
Dit geldt voor de teelt van gangbare korrelmaïs en snijmaïs op zand- en lössgrond. Wat verandert er (waarschijnlijk):
- Het is verboden om maïs te telen, als het betreffende perceel niet uiterlijk op 15 februari is aangemeld;
- Drijfmest mag pas vanaf 15 maart worden aangewend, tenzij het perceel als grasland in gebruik is (dit betekent dat er in 2021 nog gras moet worden geoogst);
- Vaste mest mag vanaf 1 februari worden aangewend (ongewijzigd);
- Bij de teelt van maïs in gescheurd grasland wordt de gebruiksnorm voor stikstofmeststoffen verlaagd naar 47 kg zuivere stikstof per hectare;
- Wijzigingen in het voorgenomen gebruik dienen uiterlijk 31 maart te worden doorgegeven;
- De verplichting tot het nemen van een scheurmonster bij bemesting komt te vervallen.
De wijze van melden is op dit moment nog niet bekend. Ook is er nog geen uitsluitsel over het overdragen van de melding.
In dit licht is het raadzaam om, zeker bij samenwerkingsverbanden, tijdig te overleggen wie welke percelen dit jaar gaat bewerken. De periode om de percelen aan te kunnen melden, is immers erg kort en valt samen met onder andere de periode voor het doorgeven van de mestvoorraden en aanmelden van de derogatie.
Derogatie
In de praktijk zullen er situaties ontstaan waarbij niet kan worden voldaan aan het besluit gebruik meststoffen. Wanneer er bijvoorbeeld op een perceel aardappelen te weinig pootgoed is, kan er geen maïs worden geteeld omdat het perceel niet tijdig is aangemeld. Het perceel kan echter ook niet als maïsperceel op 15 februari worden gemeld, omdat het gedeelte waarop de aardappelen komen, uiterlijk 31 maart moet zijn afgemeld. In zulke situaties zal er altijd een overtreding van het besluit gebruik meststoffen (artikel 4) plaats vinden.
Eén van de voorwaarden van de derogatievergunning is het voldoen aan artikel 4 van het besluit gebruik meststoffen. Een situatie zoals bovengenoemd kan daardoor resulteren in het terugtrekken van de derogatievergunning, met alle gevolgen van dien. Voorgaande in acht nemende is het raadzaam om tijdig uw bouwplan voor 2021 sluitend te hebben én de berichtgeving de komende maand goed in de gaten te houden!
Samenvattend:
- Als het perceel niet (of niet tijdig) is gemeld dan mag er op het betreffend jaar geen maïs geteeld worden.
Aandachtspunten:
- Zorg tijdig voor een functionerende EHerkenning als u zelf de percelen wilt registreren/melden bij RVO.
- Informeer tijdig uw gemachtigde adviseur als u deze de percelen wilt laten registreren/melden bij RVO.
Maak een integrale afweging over uw bouwplan 2021:
- Maak tijdig afspraken bij grondruil;
- Overweeg welke alternatieve teelten nog mogelijk zijn als na 15 februari nog percelen beschikbaar komen, maar niet of niet tijdig zijn gemeld;
- Overweeg de meerwaarde van extra bouwland, in relatie tot de grondgebondenheid, als er een ander gewas moet worden gezaaid dan maïs omdat het perceel niet (tijdig) is gemeld.
Let op:
- Praktische uitvoerbaarheid erg lastig, vooral als pas lopende het voorjaar duidelijk wordt welke percelen resteren waarop de teelt van mais mogelijk zou zijn geweest;
- Bij niet voldoen heeft RvO (weer) een extra mogelijkheid ondernemers te sanctioneren, naast de al geldende wet- en regelgeving; houd rekening met de gevolgen (uitsluiting derogatie, uitsluiting vergoeding Agrarisch Natuurbeheer).
Disclaimer: deze tekst is gebaseerd op het ontwerp-besluit tot wijziging van het besluit gebruik meststoffen van 31 augustus 2020 en de beantwoording Kamervragen over ontwerpbesluit uitvoering 6e actieprogramma nitraatrichtlijn van 14 oktober 2020. Het definitieve besluit moet bij publicatie van dit artikel nog gepubliceerd worden.