Op 1 januari 2024 zullen stallen in de provincie Noord-Brabant die ouder zijn dan 15 jaar (pluimvee- en varkenshouderij) of 20 jaar (rundveehouderij) moeten voldoen aan de nieuwe technische eisen.
Deze technische eisen worden gesteld aan huisvestingssystemen vanuit de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV). Om de stallen te mogen aanpassen is vaak een wijziging van de vergunning noodzakelijk. De doorlooptijd van de vergunningsaanvragen vergt vaak veel tijd. Ervaring leert dat veel procedures minimaal een jaar in beslag nemen. Naar mate van de moeilijkheidsgraad van de vergunningsaanvraag neemt het tijdsbeslag toe.
Voor vergunningsaanvragen die vóór 1 januari 2023 worden ingediend, geldt de maximale emissiewaarde uit de (IOV) zoals deze van toepassing zijn op de datum van indienen.
Voor aanvragen ingediend na 1 januari 2023 wordt de datum waarop de vergunning wordt verleend de bepalende datum voor de maximale emissiewaarde.
Dit betekent dat wanneer een aanvraag ingediend wordt na 1 januari 2023 en een besluit wordt genomen na 1 januari 2024, er aan strengere maximale emissiewaarden voldaan moet worden. Een voorbeeld hiervan is dat een melkveehouderij met permanent opstallen tot 1 januari 2024 een maximale emissiewaarde heeft van 6,0 kg NH3 voor een melk- en kalfkoe. Na 1 januari 2024 daalt de maximale emissiewaarde naar 5,0 kg NH3 melk- en kalfkoe. De keuze in emissiearme systemen wordt dan zeer gering. De aanscherpingen van de maximale emissiewaardes gelden naast de rundveehouderij ook voor de pluimvee- en geitenhouderij. De emissiereductie van 85% voor de varkenshouderij zal niet veranderen.
Ons advies is dan ook om u tijdig te laten informeren welke aanpassingen tot de mogelijkheden behoren op uw bedrijf. Neem hiervoor contact op met uw ROBA Advies adviseur