De komende periode gaat Arvalis u maandelijks middels een serie van artikelen meenemen door het nieuwe GLB beleid. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan en wat zijn mogelijkheden?
Eco-regelingen, deel 1
Bovenop de vergoeding van de basispremie, zal er in het nieuwe GLB een extra betaling voor eco-maatregelen worden toegekend. Deze betaling heet de eco-regeling. Op bedrijfsniveau krijgt ieder bedrijf een doelstelling met een minimaal aantal te behalen punten op basis van het aantal subsidiabele hectares maal een vaste factor. Voor bedrijven in Zuidoost-Nederland bedraagt deze doelstelling naar alle waarschijnlijkheid:
- Klimaat: 1,5 punt/ha
- Bodem en lucht: 0,75 punt/ha
- Water: 0,75 punt/ha
- Landschap: 0,5 punt/ha
- Biodiversiteit: 1,5 punt/ha
Wanneer op bedrijfsniveau voldoende punten (met bijbehorende waarde) wordt behaald, kan het bedrijf een vergoeding ontvangen. Deze vergoeding bedraagt, afhankelijk van de waarde van de uitgevoerde eco-activiteiten, €60,-, €100,- of €200,-/ha over het volledige landbouwareaal van het bedrijf. Bij iedere eco-maatregel staan de te behalen punten en bijbehorende waarde per hectare benoemd. Wanneer op bedrijfsniveau het aantal benodigde punten worden behaald én de bijbehorende waarde de grens van €60,-, €100,- of €200,-/ha overschrijdt, wordt het bij de grens behorende bedrag uitgekeerd (wanneer de uitgevoerde maatregelen een waarde van €80,-/ha op bedrijfsniveau vertegenwoordigen, zal het bedrijf dus een vergoeding van €60,-/ha ontvangen).
In onze nieuwsbrieven zullen wij de eco-maatregelen aan u introduceren en enkele tips en aandachtspunten voor inpassing in de bedrijfsvoering meegeven.
Rustgewas
Graangewassen (met uitzondering van maïs), zaadgewassen, klavers en luzerne, miscanthus en sorghum zijn aangemerkt als rustgewas. Wanneer een rustgewas als hoofdgewas wordt geteeld, telt deze mee als eco-maatregel. In de communicatie vanuit RVO wordt er wisselend gesproken over een verplichte rotatie van 1:3 danwel éénmaal per 3 jaar telen van een rustgewas op perceelsniveau. Doordat de eco-regeling per 2023 in gaat, tellen de 3 resp. 4 jaren ook pas vanaf 2023. Dit betekent dat alle rustgewassen in de teeltjaren 2023, 2024 en 2025 in aanmerking komen als rustgewas.
LET OP: vanuit GLMC 7 (gewasrotatie) wordt teeltjaar 2022 wel meegenomen. Zoals in onze eerdere nieuwsbrief benoemd, betekent dit dat er in het kader van de gewasrotatie alleen twee jaar achter elkaar hetzelfde hoofdgewas mag worden geteeld als er tussentijds een vanggewas/groenbemester is geteeld. Ook wordt het rustgewas verplicht vanuit GLMC 7. Deze verplichting voor het telen van een rustgewas geldt niet voor veehouders met meer dan 75% grasland. Voor details hierover verwijzen wij u graag naar onze eerdere nieuwsbrief .
Tijdelijk grasland wordt (nog) niet aangemerkt als rustgewas. Voor veehouders kan het daarom interessant zijn om Sorghum in de gewasrotatie op te nemen. Deze sluit qua voederwaarde en teelttechniek het beste aan bij snijmaïs.
Stikstofbindend gewas/eiwitgewas
De lijst met stikstofbindende gewassen bestaat enerzijds uit ruwvoeders zoals luzerne en klaver welke in een rundveerantsoen kunnen worden ingepast, en anderzijds uit gewassen zoals erwten, bonen, lupinen en soja die als krachtvoervervanger of zelfs voor de humane consumptie kunnen worden gebruikt. Op dit moment is het rendement van een aantal van deze gewassen aan de lage kant. Doordat de stikstofbindende gewassen als eco-maatregel fors worden gewaardeerd, kan de teelt van deze gewassen alsnog interessant worden.
Het voordeel van stikstofbindende gewassen is dat deze dankzij hun stikstofbindend vermogen een positief effect hebben op de volgteelt.
Meerjarige teelt
Als meerjarige teelt zijn de gewassen Luzerne, Miscanthus, Zonnekroon en Graszaad aangemerkt. Deze gewassen tellen vanaf het tweede teeltjaar mee als eco-maatregel. Middels deze eco-maatregel wordt gestimuleerd om de betreffende gewassen langer in stand te houden.
Langjarig grasland
In het nieuwe GLB wordt het in stand houden van grasland, ouder dan 5 jaar, gestimuleerd. Zowel reguliere als natuurlijke graslanden komen in aanmerking voor deze eco-maatregel. In het jaar waarop de eco-maatregel wordt aangevraagd, mogen chemische gewasbeschermingsmiddelen alleen pleksgewijs worden toegepast en mag het grasland niet worden vernieuwd.
Kruidenrijk grasland
Bij kruidenrijk grasland dient in de periode van 1 april tot 1 oktober minimaal 25% van het perceel uit duidelijk zichtbare kruiden en/of vlinderbloemigen te bestaan. Dit mag zowel natuurlijk grasland als productief kruidenrijk grasland zijn. Bij natuurlijk grasland bestaat het risico dat er onvoldoende kruiden zichtbaar zijn en doorzaai niet mogelijk is.
Bij productief kruidenrijk grasland kan het perceel tevens worden gebruikt voor de productie van goed ruwvoer.
Gras-klaver
Bij grasklaver dient er in de periode van 1 april tot 1 oktober tenminste 25% gras en 25% klaver op het perceel aanwezig te zijn, waarbij er in de periode van 1 april tot 1 juli tenminste 90% van het perceel bedekt met grasklaver is.
Praktisch gezien is het een uitdaging om in het begin van het jaar reeds voldoende klaver op het perceel te hebben en er voor te zorgen dat deze aan het eind van het jaar het gras niet heeft verdrukt.
Met grasklaver kan er relatief veel eiwit per hectare worden geoogst waarbij het gebruik van kunstmest (grotendeels) achterwege kan blijven.
In het volgende artikel zullen o.a. de eco-regelingen vroeg rooigewas en bufferstroken behandeld worden. Heeft u tussentijds al bedrijfspecifieke vragen, neem dan contact met uw adviseur op.