Op 14 maart stemde de Eerste Kamer in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1-1-2024. Aanvragen die voor deze datum zijn ingediend, worden onder het oude recht afgehandeld.
De Eerste kamer debatteerde op 7 maart over de inwerkingtreding van de Omgevingswet met minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening. De minister heeft in een brief aan de Kamer laten weten dat aan de voorwaarden voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet kan worden voldaan op 1 januari 2024. Op 14 maart heeft de Eerste Kamer ingestemd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Lins Keijsers is adviseur ruimtelijke ordening bij Arvalis en legt uit dat met de invoering van de Omgevingswet, de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling wil vereenvoudigen en samenvoegen. Lins: “In de Omgevingswet worden de regels en voorschriften van de 26 wetten voor ruimtelijke ordening en vergunningen samengevoegd. Een wijziging- of herziening van een bestemmingplan dient uiterlijke 31 december 2023 als ontwerp ter inzage te liggen. Is dit niet het geval, dan dient het plan te worden aangepast conform de regels van de Omgevingswet.”
Lins adviseert ondernemers die op dit moment plannen hebben, om deze af te stemmen met het bevoegd gezag. “Zorg ervoor dat het tijdspad en de deadlines goed duidelijk zijn, zodat vóór 31 december 2023 een ontwerp ter inzage ligt.” Bij plannen die geheel duidelijk zijn, kan ervoor gekozen worden om een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan aan te vragen. “Bij een aanvraag omgevingsvergunning geldt de dag van indiening van een ontvankelijke aanvraag. Als de aanvraag is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zal de procedure worden afgehandeld onder het oude recht.”
