Een gezonde bodem betekent een hongerige bodem. Met een juist bodembeheer zou de grond onder uw gewassen vol moeten zitten met miljoenen kleine organismen zoals regenwormen, bacteriën en schimmels.
Deze kleine organismen zijn allemaal bezig met het eten van organisch materiaal en zetten dit om naar nuttige voedingsstoffen. Maar hoe kunnen we nou al deze biologische activiteit in de bodem meten?
Doe de onderbroeken test! Begraaf een paar witte, 100 procent katoenen onderbroeken onder de grond. Zorg dat de onderbroek mooi plat in de bodem ligt op ongeveer 10 centimeter diepte, kom twee maanden later terug en graaf ze weer op. Test verschillende locaties en laat u verrassen door het resultaat. Een levenloze grond houdt uw onderbroeken helemaal intact, terwijl een actief bodemleven uw slip opeet en niets anders achterlaat dan een elastische band. Een kantoenen onderbroek is namelijk een vorm van organische stof (plantenresten) dat wordt opgegeten door al het bodemleven.
Het idee om een onderbroek in te graven en hiermee het bodemleven te meten, is bedacht door ‘The Innovative Farmers’ in Canada. Hier wordt het ‘Soil your undies’ genoemd. Zij hebben hiermee een manier bedacht om op een simpele manier het actieve bodemleven te kunnen meten zonder hoge onderzoekskosten.
Thieu Bongers uit Kelpen Oler is de eerste proefpersoon bij Arvalis waarbij de onderbroeken zijn ingegraven. Deze zijn op 1 oktober ingegraven en worden over twee maanden weer opgegraven. Dit is de start van een groter onderzoek waarbij Arvalis bij een groot aantal ondernemers onderbroeken gaat ingraven. Hiermee wordt een goed beeld van het bodemleven verkregen en kunnen de onderbroeken met elkaar vergeleken worden. De onderbroeken worden gedroogd en gewogen om het exacte eindgewicht te kunnen bepalen. Het uiteindelijke resultaat zal bij een bijeenkomst bekend gemaakt worden. Bij dit onderzoek wordt Arvalis ondersteund door het Louis Bolk Instituut.
Bij Thieu Bongers wordt de afbraak van onderbroeken op twee verschillende percelen vergeleken, een bestaand grasperceel en een net ingezaaid kruidenrijk grasland. We hopen hier nu al verandering te zien in het bodemleven. Als blijkt dat de bodemleven-activiteit bij een van de percelen minder is, wordt er gekeken naar een manier om het bodemleven te kunnen activeren. Welke maatregelen dat zijn, hangt af van wat de oorzaak is.
Dit onderzoek is een onderdeel van de nieuwe GLB-pilot in Limburg. Hierbij worden verschillende maatregelen getest om een beweging te starten naar een meer natuurinclusieve landbouw. Er wordt een brug geslagen tussen productie, vergroening en agrarische natuurbeheer. Natuurinclusieve landbouw is een vorm van kringlooplandbouw en gaat over een zorgvuldig gebruik van natuurlijke hulpbronnen, het duurzaam beheren van de bodem en het verminderen van emissies. Hierbij zijn de negatieve effecten van de agrarische bedrijfsvoering op de natuur minimaal en de positieve effecten van de natuur op de bedrijfsvoering maximaal. De verschillende pijlers van natuurinclusieve landbouw zijn beschreven door het Louis Bolk Instituut: functionele agrobiodiversiteit, landschappelijke diversiteit, specifieke soorten en gebieden en verbindingszones.
Lees meer over deze GLB-pilot via de volgende links:
- ‘Boeren via pilot aan de slag met ecodiensten’
- ‘Maarten van Cruchten: kruidenrijk grasland veel potentie’
- Natuurrijk Limburg
Foto: Marleen Zanen van het Louis Bolk Instituut en ondernemer Thieu Bongers uit Kelpen Oler met de nog in te graven onderbroek in hun handen.