De definitieve Subsidieregeling sanering varkenshouderij (Srv) heeft de goedkeuring gekregen vanuit Brussel. 11 oktober zijn de voorwaarden gepubliceerd.
Varkenshouders kunnen zich nu gaan voorbereiden op deelname.
De regeling zal per 25 november 2019 worden opengesteld tot 15 januari 2020. Deze termijnen zijn gekozen om voldoende tijd te geven aan de varkenshouder om een zorgvuldige afweging te kunnen maken. Het kabinet trekt 180 miljoen euro uit voor de Srv.
Met de Srv ontvangen varkenshouderijen een marktconforme financiële vergoeding voor het varkensrecht, naast een vergoeding voor het waardeverlies van de stallen. De hoogte van de vergoeding voor het varkensrecht wordt enkele dagen voorafgaande aan de openstelling van de subsidieregeling vastgesteld op basis van de dan geldende marktprijs. Varkenshouders mogen na deelname aan deze regeling geen nieuwe varkenshouderij meer starten.
Afwijkingen en verduidelijking ten opzichte van de concept-Srv van 30 april 2019:
Afwijkende bepaling geurscore
Een van de aspecten om te kunnen deelnemen is een ondergrens voor geuroverlast, de zogenaamde geurscore. Doel van de Srv is het wegnemen van geuroverlast van varkenshouderijlocaties voor omwonenden. Het gaat daarbij om verblijfsobjecten met een woonfunctie en waarbij sprake is van permanente bewoning. Objecten die niet worden gebruikt voor permanente bewoning, zoals recreatiewoningen en kantoren, worden om die reden niet meegenomen bij de bepaling van de geurscore.
Anders dan bepaald in de concept-Srv worden ook bedrijfswoningen van akker- en tuinbouwbedrijven meegenomen bij het bepalen van de geurscore, omdat de betreffende bewoners bloot worden gesteld aan de geurbelasting van varkenshouderijen en niet te maken hebben met geurhinder van het eigen bedrijf. Dat laatste geldt wel voor bedrijfswoningen van ondernemingen met landbouwhuisdieren.
Sloopverplichting
De sloopverplichting geldt voor de dierverblijven (‘varkensstallen’), voer- en mestsilo’s en mestkelders. De verplichting geldt dus bijvoorbeeld niet voor gebouwen die voor andere landbouwhuisdieren worden gebruikt of niet in relatie staan met de varkenshouderij.
De begunstigde van de subsidie mag niet langer op de betreffende varkenshouderijlocatie varkens houden en ook geen andere diersoorten die bij intensieve veehouderij gehouden kunnen worden. Deze herbestemming moet in gang zijn gezet. Daarnaast mag de begunstigde geen varkens gaan houden op een andere locatie dan waar hij ten tijde van de aanvraag reeds een varkenshouderijlocatie heeft.
Uitsluitingsgrond
In de definitieve versie van de saneringsregeling is opgenomen dat geen subsidie wordt verstrekt aan een varkenshouder die de norm van het varkensrecht heeft overtreden. De regeling bevat tevens een grondslag voor het afwijzen van aanvragen die de wettelijke vereisten voor het houden van varkens (anderszins) hebben overtreden. Afwijzing ligt in het bijzonder in de rede als het gaat om substantiële overtredingen van de meststoffenwetgeving en de wetgeving voor dierenwelzijn.
Als u vragen heeft over de regeling neemt u dan contact op met uw Arvalis adviseur of met Jan Rutten via 06-20995446.
Tweede regeling voor innovatieve en brongerichte maatregelen:
Toekomstgerichte varkenshouders die juist willen doorgaan en hun bedrijven verduurzamen, kunnen binnenkort een beroep doen op een tweede regeling. Deze regeling is gericht op innovatie en brongerichte emissiebeperking.
Uw Arvalis adviseur blijft dit voor u volgen en zodra hierover meer bekend wordt, leest u het hier.