Sinds 1 maart kunt u de Gecombineerde Opgave weer invullen. Door de invoering van het nieuwe GLB vraagt dit veel extra tijd. Adviseur John Bal adviseert ondernemers om niet tot half mei te wachten.
Vanwege de extra tijd die het invullen van de Gecombineerde Opgave kost, geeft John daarnaast in dit artikel enkele handige tips om Mijn.Percelen op Mijn.RVO bij te werken:
Stap 1:
Start eerst met het bijwerken van alle percelen in ‘Mijn.Percelen’ op ‘Mijn.RVO’. Geef ieder perceel een naam en eventueel een eigen nummer. De nummers die RVO aan een perceel geeft, kunnen niet gewijzigd worden. Een eigen naam, zoals bijvoorbeeld ‘01_Huisperceel’, is vooral handig bij het toevoegen van landschapselementen. Bij het toevoegen van landschapselementen, zoals sloten, hagen, struweelranden etc. neemt het systeem de naam van het perceel over waar dit landschapselement naast ligt.
Stap 2:
Werk vervolgens het gewas bij. Let daarbij op, want een aantal gewascodes zijn vervallen. Zo is ‘Graszaad 383’ opgesplitst in o.a. ‘Engels raaigras graszaad 6750’, ‘Italiaans raaigras graszaad 6754’, ‘Rietzwenkgras graszaad 6782’ etc. Let op, wanneer in de eco-regeling Engels raaigras ingezet wordt voor groenbedekking of als onderzaai vanggewas, dus als ‘Engels raaigras groenbemesting vanggewas’, dan is de code 6751. Ook zijn alle codes voor randen vervallen. Het gewas op de bufferstrook moet dan ook de code krijgen van het gewas wat daar werkelijk staat.
Stap 3:
Helaas heeft RVO niet overal de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) check verwerkt en moet dit in ‘Mijn.Percelen’ nogmaals gebeuren. Meestal door randen toe te voegen of af te knippen. Werk dit bij. U moet uiteraard geen aanpassingen accepteren die niet kloppen met de werkelijkheid. Bedenk ook dat soms een randje afgeknipt wordt van een gewasperceel, bijvoorbeeld bij een talud van een sloot, en vervolgens dat randje toegevoegd wordt aan het landschapselement. Omdat het landschapselement erbij komt en ook subsidiabel is, krijgen vrijwel alle bedrijven een groter subsidiabel areaal.
Stap 4:
Na bijwerken van de percelen kunnen de landschapselementen toegevoegd worden. Naast de knoppen ‘toevoegen perceel’ is er nu ook een knop ‘toevoegen landschapselementen’. Hierna is het mogelijk om een of meer aaneengesloten percelen te selecteren, waarna het programma zelf een voorstel doet voor alle aanliggende landschapselementen. Controleer deze en selecteer de landschapselementen die daadwerkelijk bij het bedrijf in gebruik zijn. Dit mag ook een mondelinge overeenkomst zijn voor gebruik. Alle landschapselementen worden vervolgens toegevoegd als aparte percelen. Ligt er rondom een perceel een sloot en zijn er 5 dammen, dan wordt de sloot in 6 percelen toegevoegd. Vandaar dat het verstandig is om eerst de gewaspercelen een naam te geven. Landschapselementen moeten binnen 5 meter van de landbouwgrond liggen, dus bouwland, blijvend grasland en blijvende teelt, om mee te tellen als subsidiabel areaal. Landschapselementen zoals sloten, natuurvriendelijke oevers, houtopstanden, bomen, (wind)hagen en poelen (weel) kunnen net als de bufferstroken van GLMC 4 mag meetellen voor de 4% niet productief areaal bouwland (GLMC 8A). Dit geldt niet voor de landschapselementen langs blijvend grasland of blijvende teelt. Die kunnen echter wel ingezet worden in de eco-regeling.
Stap 5:
Tot sloot teken de bufferstroken in. RVO heeft deze ingetekend, maar helaas blijken er in de praktijk veel fouten in te staan. Zo zijn er bufferstroken getekend langs gedempte sloten of liggen er 3 meter brede bufferstroken getekend langs een droge sloot. RVO gaat uit van de werkelijke situatie. Een droge sloot is tussen 1 april en 1 oktober droog. De kaart van RVO wijkt dan ook af van de kaarten van de Waterschappen. Bij sommige Waterschappen is het peilbesluit en de hoogte van de duikers bepalend geweest voor de titel droge of watervoerende sloot. Soms staat een sloot als droge sloot op de kaart van het Waterschap, maar staat er toch het hele jaar water. RVO hanteert de werkelijke situatie. Bent u het niet eens met de kaart van RVO, dan kan in de Gecombineerde Opgave zelf bezwaar gemaakt worden. Soms is al de regel van meer dan 4% bufferstroken op een topografisch perceel toegepast en is de bufferstrook versmald, bijvoorbeeld bij een watervoerende sloot van 3 meter naar 1 meter.
Het is mogelijk de bufferstroken over te nemen van RVO, maar er mag ook zelf een bufferstrook getekend worden, door na selecteren van perceel te kiezen voor ‘toevoegen nieuwe rand’. Het is dan mogelijk om een hele of gedeeltelijke rand te tekenen en precies de breedte aan te geven. Het programma tekent daarna de juiste rand. Werk bij een gedeeltelijke rand met de richting van de klok mee.
De bufferstrook kan ook ingezet worden als eco-maatregel in de eco-regeling, waarmee extra eco-premie op niveau brons € 60,=/ha, zilver € 100,=/ha of goud € 200,=/ha verdiend kan worden. Echter dan moet deze minimaal 3 meter breed zijn en tussen 1 april en 1 oktober begroeid zijn met kruiden. Dit mogen alle kruidachtige planten zijn die traditioneel in natuurlijk grasland voorkomen of normaliter in zaadmengsels voor grasland worden opgenomen. Zelfs spontane opkomst van (on)kruiden als groene braak (gewascode 6794) is voldoende. Uiteraard mag dit ook met een agrarisch natuurmengsel (1926) of drachtplanten (657). Deze laatste zijn gunstig voor bestuivende insecten. Wanneer de bufferstrook in de eco-regeling ook ingezet wordt om te voldoen aan de drempel van 4% niet productief areaal bouwland (GLMC 8A), worden wel de punten toegekend, maar niet de waarde. De 4% niet productief areaal bouwland (GLMC 8A) is nog niet verplicht in 2023 voor de basispremie en de eco-regeling, maar de waarde wordt alleen verkregen voor het aandeel boven de drempel van 4%.
Heeft u vragen of problemen met intekenen in ‘Mijn.Percelen’ en het invullen van de Gecombineerde Opgave? De adviseurs in Zeeland, Brabant, Gelderland en Limburg helpen u graag verder. Daar de periode voor het invullen van de Gecombineerde Opgave met een maand is verlengd, is er ook weer ruimte om nieuwe klanten te helpen.
