De staatssecretaris van Financiën maakte op 6 september zijn plannen bekend om de box 3-heffing aan te passen. Hierbij wordt gekeken hoe vermogen verdeeld is over spaargeld en box 3-bezittingen.
Een wetsvoorstel wordt pas in de zomer van 2020 verwacht met als vermoedelijke ingangsdatum 2022. De plannen van de staatssecretaris hebben een groot effect op verhuurders en huurders van landbouwgrond.
In het huidige systeem wordt niet gekeken hoe box 3-vermogen daadwerkelijk verdeeld is. Alle box 3-bezittingen worden bij elkaar opgeteld en de box 3-schulden worden daarvan afgetrokken. Tot het bedrag van € 30.846 geldt een vrijstelling. Over het saldo daarboven wordt met een fictief rendement gerekend dat via schijven oploopt van 1,8 procent tot 5,33 procent voor vermogen boven circa € 1 miljoen (voor 2019 zijn die percentages overigens nog 1,94 tot 6,5 procent). Dit fictieve rendement wordt belast tegen een tarief van 30 procent.
In het voorgestelde systeem blijft men met fictieve rendementen werken, maar er wordt wel gekeken hoe vermogen daadwerkelijk verdeeld is over spaargeld en overige box 3-bezittingen. Over het spaargeld wordt gerekend met een fictief rendement van 0,09 procent. Over de overige box 3-bezittingen is dat fictieve rendement 5,33 procent. Voor spaarders is dit gunstig. Beleggers gaan er ten opzichte van het huidige systeem op achteruit.
Gevolgen voor landbouwgrond
Als landbouwgrond voor korte duur wordt verpacht, gaat vanaf 1 januari 2022 een belastingheffing plaatsvinden van 33% * 5,33% * de normwaarde van landbouwgrond in een bepaald gebied. In 2018 was de normwaarde in Limburg € 63.700.
Als de normwaarde gelijk blijft (en de regeling ongewijzigd ingaat in 2022), dan is iemand die uit box 3 verhuurt (met kortdurende contracten) jaarlijks € 1.120 per hectare aan inkomstenbelasting verschuldigd. Kijkend naar de grondprijsontwikkeling van de afgelopen jaren is een verhoging van de normwaarde niet uit te sluiten. Hierdoor zou de belastingdruk kunnen oplopen naar € 1.300 tot € 1.400 per hectare.
Wil de verhurende grondeigenaar nog enig rendement (na belasting) op zijn grond halen, dan kunnen de huren door deze belastingmaatregel flink worden opgedreven. De politiek zou hier nog eens goed naar moeten kijken. Omdat de rente laag wordt gehouden om de economie te stimuleren, compenseert de fiscus (overheid) de spaarder door lagere belastingen op het spaargeld. Het rendement op landbouwgrond is altijd relatief laag geweest. Daarom zou het ook in de rede liggen om landbouwgrond minder zwaar te belasten.
Voor verhuurders van grond in box 3 en ondernemers die overwegen te gaan staken en grond te gaan verhuren, is het raadzaam om de voorgestelde maatregelen bij hun keuzes te betrekken.